woensdag 13 april 2011

Jean-Paul Sartre

Sartre werd geboren op 21 juni 1905 in Parijs. Zijn vader, een ingenieur, overleed kort na zijn geboorte; hij werd opgevoed door zijn moeder en zijn grootouders van moederskant, die aan Albert Schweitzer verwant waren. Toen Sartre twaalf was, hertrouwde zijn moeder, weer met een ingenieur, die hij altijd gehaat heeft. Hij volgde middelbaar onderwijs op het Henri IV lyceum in Parijs, waar hij de schrijver/essayist Paul Nizan leerde kennen. Zij zouden goede vrienden blijven tot Nizan sneuvelde in mei 1940. Van 1922 tot 1924 doorliep hij de voorbereiding (classes préparatoires) op het lycée Louis-le-Grand voor de École normale supérieure (ENS). In 1924 werd hij toegelaten aan de ENS. Daar ontmoette hij o.a. Raymond Aron en Simone de Beauvoir. Met eerstgenoemde zou hij het als intellectueel nog aan de stok krijgen, laatstgenoemde zou zijn levensgezellin worden. Na een aanvankelijke uitsluiting werd hij in 1929 toegelaten tot de studie filosofie. Sartre was een tijd leraar in het Franse middelbaar onderwijs, maar hij is nooit universiteitsprofessor geweest. Dat wilde hij ook niet. Hij publiceerde filosofische essays en ontwikkelde zich als voortrekker van het toenmalige Franse existentialisme. Sartre vond zijn 'fascinatie' voor existentialistisch werk in de bestudering van de fenomenologie van Edmund Husserl en in de existentiefilosofie van Martin Heidegger. Tegelijkertijd raakte hij bekend bij een breed publiek door zijn roman La Nausée (1938), novelles (Le Mur 1939) en theaterstukken (Les Mouches 1943).
In 1940 raakte hij in Duitse krijgsgevangenschap, waar hij 2000 pagina's dagboek schreef. Deze zijn gedeeltelijk verloren gegaan, maar voor het overige pas na zijn dood, vanaf 1983, gepubliceerd onder de titel Carnets de la drôle de guerre. Voorts las hij in gevangenschap het filosofische hoofdwerk Sein und Zeit van Heidegger. In 1941 werd hij om gezondheidsredenen vrijgelaten. In Parijs kon hij een baan krijgen als leraar filosofie aan het Lycée Condorcet, waar hij de plaats innam van een ontslagen joodse leraar. Eén van Sartres belangrijkste thema's was de existentiële vrijheid in een wereld waar geen hogere macht zin of betekenis geeft aan het leven. Die moet de mens zelf maar zien te scheppen, hoe moeilijk dat ook is. Beknopt en abstract formuleerde hij dat als: de existentie gaat vooraf aan de essentie. Sartre vond dat ieder mens vrij is. Ook in extreme situaties is de mens vrij en kan zijn verantwoordelijkheid niet afschuiven op de omstandigheden. Je bent bijvoorbeeld altijd vrij om nee te zeggen (of te denken) tegen de bezetter. Zijn eigen productiviteit was overigens juist tijdens de Duitse bezetting vrij hoog; zijn filosofische hoofdwerk L'être et le néant heeft hij in die tijd zonder problemen kunnen publiceren, evenals zijn toneelstukken Les mouches en Huis clos. In L'être et le néant trachtte hij mede onder invloed van de Duitse existentiefilosoof Martin Heidegger op een fenomenologische wijze een 'zijnsleer' op te bouwen. Dit leverde hem van Heidegger de kwalificatie 'begaafd journalist' op.[1]
Sartre werd door sommige critici als pessimist beschouwd. Volgens deskundigen was dit niet zijn intentie. Hij schreef in de jaren 50 een column in het dagblad Le Monde; hierin betoogde hij dat de mens vanaf zijn geboorte een slecht wezen is, dat verantwoordelijk gesteld kan worden voor de conflicten in de wereld. Waarschijnlijk is dit te verklaren doordat hij de mens als de hel zag voor de ander, zoals hij al in zijn toneelstuk (Huis clos) had geformuleerd, omdat de aanwezigheid van andere mensen onvermijdelijk je eigen vrijheid inperkt.
Op politiek gebied was Sartre een marxist van de 'derde weg', een onafhankelijke positie ten opzichte van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Toen de Koude Oorlog echter verhardde en o.a. de Korea-oorlog tot gevolg had, terwijl Frankrijk steeds pro-Amerikaanser werd, koos Sartre in 1952 de zijde van de Sovjet-Unie, hoewel hij nooit lid werd van de toen zeer machtige Franse Communistische Partij. Hij was in de periode 1952-1956 een fellow-traveller, een sympathisant van de Sovjet-Unie samen met medestanders als Claude Lanzmann.[2] Na afloop van zijn reis door de Sovjet-Unie in 1954 schreef hij een zestal zeer lovende artikelen over het Sovjet-systeem in het aan de PCF gelieerde Libération. Hij nam steeds meer afstand van zijn eigen existentialisme en vond dat de vrijheid verkregen moest worden via het collectief, in plaats van via het individu. Het kwam in jaren vijftig tot felle polemieken, onder meer met zijn oud-medestudent aan de ENS, de liberaal Raymond Aron (die marxisme als 'opium voor intellectuelen' beschouwde) en met zijn collega-literator en filosoof Albert Camus, die zich nooit existentialist wilde noemen en bovendien vond dat je geen vuile handen moest maken door toe te geven aan totalitarisme. In 1956 veranderde Sartres houding ten opzichte van het communisme van de Sovjet-Unie radicaal; hij keurde de inval in Hongarije af.
Toen Jean-Paul Sartre in 1964 de Nobelprijs voor de Literatuur werd toegekend, weigerde hij die echter, omdat hij vond dat die prijs te vaak naar anticommunistische schrijvers ging. Zijn eigen weg tussen de oost-westtegenstellingen omschreef hij wel eens als anti-anticommunisme.[3]
In 1960 deed hij nog een uitgebreide poging om het marxisme en het existentialisme met elkaar te rijmen in Critique de la raison dialectique. Het tweede deel van dit werk verscheen postuum. Zijn anti-anticommunisme maakte het mogelijk om zich radicaal links te profileren. In 1967 zat hij met Bertrand Russell co-president van het Russell-tribunaal over de Amerikaanse rol in de Vietnamoorlog. Hij gaf acte de présence bij de 'gebeurtenissen' in Frankrijk in mei 1968, al was hij daarvan niet de inspirator. Van toen af aan werd hij actief in de journalistiek; hij interviewde voor het opinieblad Le nouvel observateur de studentenleider Daniel Cohn-Bendit. In 1971 viel hij op door het redigeren en uitventen van het door de autoriteiten met sluiting bedreigde maoïstische blad La cause du peuple. Later deed hij hetzelfde met de maoïstische bladen Tout en J'accuse. In 1973 was hij een van de oprichters van het linkse dagblad Libération, maar moest na een jaar om gezondheidsredenen zijn redactionele werk opgeven. Op het einde van zijn leven betreurde hij het niet tot het uiterste radicaal te zijn geweest. De laatste jaren van zijn leven was hij geheel blind; hij overleed op 15 april 1980 op 74-jarige leeftijd in het Broussais-ziekenhuis in Parijs. Bij zijn begrafenis op het Parijse Cimetière du Montparnasse waren ongeveer 50.000 mensen aanwezig.

Mijn naam in de krant - 12 april 2011

zondag 10 april 2011

Marilyn Monroe - deel 3

Marilyn Monroe, pseudoniem van Norma Jeane Mortenson; kerkelijke doopnaam: Norma Jeane Baker, (Los Angeles, 1 juni 1926 – aldaar, 5 augustus 1962), was een Amerikaans actrice en zangeres. Zij werd als sekssymbool een icoon in de jaren vijftig en is dat gebleven tot op de dag van vandaag.

Marilyn Monroe had een moeilijke jeugd. Haar moeder was Gladys Pearl Mortenson, geboren Monroe, eerder gehuwd met John Baker. Norma Jeanes moeder liet zich nog naar hem Gladys Baker noemen en liet Norma Jeane ook met deze achternaam dopen. Gladys Baker was weliswaar in 1924 getrouwd met Martin E. Mortensen, maar ze leefden al gescheiden voor Gladys zwanger werd. Vermoedelijk was Norma Jeanes vader Charles Stanley Gifford. Gifford en Gladys Baker werkten beiden in de snijstudio van RKO Pictures, waar Baker Giffords ondergeschikte was. Gladys Baker was drugsverslaafd en liet de opvoeding van Monroe over aan haar vrienden Albert en Ida Bolender. Toen Baker na een lange tijd met haar dochter in een oud krot ging wonen, kreeg ze een zenuwinzinking waardoor ze helemaal op hol sloeg (volgens ooggetuigen zou ze op het dak geklommen zijn en zo de hele buurt bij elkaar geschreeuwd hebben). Monroe wordt daardoor in het gezin van Grace McKee (later Goddard) geplaatst. Monroe zou nooit een goede band met haar moeder opbouwen. In een later interview zei ze over haar moeder: "To me, she was just that red-haired woman."

In 1942 moet McKee's man voor zijn werk naar de oostkust van de Verenigde Staten. Het is voor het stel te duur om de 16-jarige Monroe nog te onderhouden. Het jonge meisje heeft twee keuzes: terug naar het weeshuis of trouwen. Ze koos voor het laatste en trouwde op 19 juni 1942 met haar 21-jarige buurjongen James Dougherty. Terwijl Dougherty in het leger diende, ging Monroe in op het verzoek van een fotograaf om te poseren, onder andere voor naaktfoto's. Toen Dougherty terugkeerde, kon hij haar niet langer thuishouden en op 13 september 1946 scheidde het stel. Dougherty trouwde nog tweemaal. Hij overleed in 2005.

In de jaren daarna probeerde Monroe aan de slag te komen in Hollywood. Ze kreeg onder de naam Marilyn Monroe een contract bij een filmmaatschappij, maar buiten één kleine bijrol, die ook nog eens sneuvelde in de montagekamer, bleef dit zonder succes. Een contract bij een maatschappij was in die tijd vaak een geïnstitutionaliseerde vorm van prostitutie; de 'actrices' mochten met de relaties van de filmbazen uit eten.

Ze werkte ondertussen aan haar houding, nam acteer- en zanglessen, en blondeerde haar haar en reviseerde haar gebit. Ze maakte geleidelijk aan naam als dom blondje, een imago dat ze bewust cultiveerde. Haar eerste grote rol was in "How to Marry a Millionaire". Ze had groot succes in "Gentlemen Prefer Blondes", naast Jane Russell en met "The Seven Year Itch", waarin het befaamde shot zit met de opwaaiende jurk. Haar laatste project was Something's Got To Give, een onvoltooide film samen met Dean Martin. Als de film was afgemaakt, was zij de eerste actrice die een naaktscène deed in een film.

Monroe's huwelijk met de honkballer Joe DiMaggio, met wie ze op 14 januari 1954 trouwde, duurde slechts 7 maanden (tot 27 oktober 1954), ze gingen evenwel als goede vrienden uit elkaar. DiMaggio bracht na Monroe's dood in 1962 gedurende 20 jaar drie maal per week verse rozen naar haar graf.

Aan het einde van de jaren vijftig richtte ze haar eigen productiehuis op, en verhuisde naar New York. Ze nam lessen bij The Actors Studio van Lee Strasberg, en kreeg een relatie met toneelschrijver Arthur Miller met wie ze op 29 juni 1956 trouwde. Ze wilde zich verdiepen en serieuzere rollen spelen. In Engeland maakte ze "The Prince and The Showgirl", met Laurence Olivier. De film was een flop, maar werd achteraf helemaal niet slecht bevonden. Velen vinden dat haar beste film "Some Like it Hot" was, tegenover Jack Lemmon en Tony Curtis, alhoewel ze ook goede- reacties kreeg voor haar optreden in Bus Stop.

Miller schreef voor haar het script van "The Misfits", waarin ze speelde tegenover Clark Gable en Montgomery Clift, twee Hollywoodlegenden. De opnames waren een hel, doordat ze plaats vonden in de woestijn van Nevada, ver van de bewoonde wereld. Monroe repeteerde tot diep in de nacht met haar persoonlijke coach Paula Strasberg de tekst voor de volgende dag. Samen met haar alcohol- en medicijngebruik leidde dat tot veelvuldig laatkomen of eenvoudigweg niet verschijnen. Halverwege de opnamen stuurde de regisseur John Huston, die zelf ook wel een slokje lustte en soms tijdens de opnamen in slaap viel, haar naar een kliniek om van haar verslaving af te komen. De laatste opnamen zijn in softfocus gefilmd om de sporen van de verslaving te maskeren.

Miller ontmoette tijdens de opnamen de fotografe Inge Morath. Dit leidde tot de scheiding van Monroe op 20 januari 1961.

Daarna werkte Monroe nog mee aan opnames voor "Something's Got to Give", een project dat door de studio werd stilgelegd omdat ze bijna nooit op de set kwam. Haar psychische problemen, deels geërfd van haar moeder, verergerden door haar chronische medicijngebruik.

Op 5 augustus 1962 werd ze dood aangetroffen door de huishoudster Eunice Murray in haar huis in Brentwood, Californië. bij de autopsie op het lichaam van Marilyn Monroe werd acht milligram van het middel chloralhydraat en 4,5 milligram van het middel Nembutal in haar lichaam gevonden, en dr. Theodore J. Curphey van The Los Angeles County Coroner's Office zei in een persconferentie dat de doodsoorzaak was door een acute "vergiftiging barbituraat", met als gevolg van een "waarschijnlijke zelfmoord".

Monroe is begraven op het "Westwood Village Memorial Park Cemetery" in Los Angeles.

Er is in de media veel gespeculeerd over een mogelijke relatie tussen Monroe en president Kennedy. Met de Amerikaanse president John F. Kennedy zou ze volgens deze geruchten een affaire hebben gehad, maar nadat hij haar beu was, zou deze haar over hebben gedragen aan zijn broer Bobby Kennedy. Toen deze haar zou hebben laten vallen, zou Monroe door het lint zijn gegaan, en een poging tot chantage hebben gedaan.
Bewijs voor de relatie en een andere doodsoorzaak dan zelfmoord is echter nooit gevonden.

Er is een aantal oorzaken aan te wijzen voor het ontstaan van deze geruchten. Het grote publiek was in de jaren '60 onwetend van het drugsgebruik van Monroe. Voor buitenstaanders kwam haar dood dan ook onverwacht. Dat gaf dan ook voeding aan speculaties over de doodsoorzaak. Ook het optreden van Monroe op een verjaardag van president Kennedy, zij zong in mei 1962 op een opvallend zwoele manier de president "Happy Birthday" toe, gaf achteraf voeding aan de bovengenoemde speculaties.
Tenslotte ging het hier om twee iconen van de vroege jaren '60 die alle twee op een onverwachte en raadselachtige manier aan hun eind kwamen, voor de populaire pers goed voor veel sappige verhalen.

Een beroemde citaat van Marilyn: "I've been on a calendar, but never on time."

Vader en dochter

In Krakow

Marilyn Monroe - deel 2

Marilyn Monroe in badpak - deel 1

Oma en Opa Mazur

zaterdag 9 april 2011

Placebo-effect

Als je erin gelooft dan werkt het.

Parkinson-patiënten kregen een placebo toegediend (bij Parkinson-patiënten wordt te weinig dopmaine aangemaakt). Het bleek dat de productie van dopamine steeg en dat de symptomen verminderden.

De geneeskunst bestaat uit het amuseren van de patiënt, terwijl de natuur de ziekte geneest.

Mooi meisje en 9 andere woorden in het Russisch - deel 1

1. mooi meisje = krasiwaja djewoczka
2. ik weet het niet = nje znaajoe
3. naar rechts = napraawa
4. naar links = naljewa
5. rechtdoor = prjaama
6. waar is het toilet = gdje toe-aljet?
7. hoeveel = skolka
8. hoeveel kost dit = skolka eta sto-iet?
9. hoe laat is het = katory tsjas
10. wanneer = kagdaa

maandag 4 april 2011

Jalta

Deze aan zee gelegen badplaats werd gesticht door de Oude Grieken en ligt ideaal aan de zuidkust van De Krim; beschermd tegen de noordenwind door het Krimgebergte. Naast populaire badplaats staat Jalta ook bekend om het Livadia Paleis, waar aan het einde van de Tweede Wereldoorlog de Conferentie van Jalta werd gehouden. Stalin, Churchill en Roosevelt kwamen hier bij elkaar om de invloedssferen in Europa te verdelen. Het was tevens het zomerverblijf van de laatste Russische tsaar. Optioneel kun je het paleis bezoeken.

zondag 3 april 2011

Toen het nog kon

Simferopol

Simferopol (Russisch: Симферополь; Oekraïens: Сімферополь; Krimtataars: Aqmescit) is de hoofdstad van de autonome Krimrepubliek, op het schiereiland de Krim, in Oekraïne. De stad zelf vormt een stadsrayon binnen de autonome republiek en is ook het bestuurlijke centrum van het gelijknamige rayon Simferopol rondom de stad. Simferopol is gelegen aan een kleine rivier, de Salgir, aan de noordkant van het Krimgebergte. De stad heeft 363.597 inwoners (2001).

Binnen de stadsgrenzen bevindt zich de beroemde archeologische resten van de Scythische stad Neapolis.

Later, nadat de Scythen door de Goten waren verjaagd, stichtten de Krimtataren de stad Aqmescit.

Nadat onder leiding van Catharina II de Krim door Rusland was veroverd, werd de naam van de stad in 1784 veranderd in Simferopol. De naam komt van het Griekse Sympheropolis (Συμφερόπολις).

In 1802 werd Simferopol het bestuurlijke centrum van het Gouvernement Taurida. Gedurende en in het kader van de Krimoorlog, tussen 1854 en 1856 waren er Russische soldaten gelegerd en een ziekenhuis gevestigd. Meer dan 30.000 Russische soldaten werden in de omgeving van de stad begraven.

In de twintigste eeuw werd Simferopol opnieuw getroffen door oorlogen in de regio. Aan het einde van de Russische Burgeroorlog, was het hoofdkwartier van Generaal Pjotr Wrangel, leider van het anti-bolsjewistische Witte Leger hier gevestigd. Op 13 november 1920 veroverde het Rode Leger de stad en op 18 oktober 1921 werd Simferopol de hoofdstad van de Krimse Autonome Socialistische Sovjetrepubliek.

Wapenschild van Simferopol tussen 1844 en 1920.Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de stad tussen 1 november 1941 en 13 april 1944 door het Duitse leger bezet. De Nazi's maakte zich schuldig aan een van de grootste massaslachtingen uit de geschiedenis van Simferopol. 22.000 inwoners vonden hierdoor de dood, in hoofdzaak Russen, Joden, Krimchaks en Zigeuners. Op 13 december 1941 werden er op één dag, door de Einsatzgruppen D, onder leiding van Otto Ohlendorf, 14.300 inwoners van Simferopol gedood.

Nadat de Sovjetsoldaten de stad in april 1944 hadden heroverd, werden op 18 mei van dat jaar de plaatselijke Krimtataren, samen met de rest van de Krimtataren onder dwang gedeporteerd naar Centraal-Azië.

Na de oorlog, op 26 april 1954 werd Simferopol door Chroesjtsjov, samen met de rest van de Krim, overgedragen van Rusland naar de Oekraïne.

Na het ineenstorten van de Sovjet-Unie in 1991 werd Simferopol de hoofdstad van de autonome Krimrepubliek binnen het onafhankelijke Oekraïne.

Van de ruim 363.000 inwoners zijn de meeste inwoners etnisch Russisch. Daarnaast wonen in de stad grote Oekraïense en Krimtaraarse minderheden.

Nadat de Krimtataren in de jaren negentig van hun ballingschap terugkeerden, ontstonden enkele nieuwe Krimtataarse voorsteden.

De stad heeft een treinstation die miljoenen toeristen per jaar bedient, en een internationaal vliegveld. 's Werelds langste trolleybuslijn (86 km) loopt van Simferopol naar Jalta.

De Krim (Oekraïne)


De Krim (Oekraïens: Крим - Krym, Russisch: Крым - Krym, Krim-Tataars: Qırım) is een Oekraïens schiereiland in de Zwarte Zee en de Zee van Azov. De oppervlakte is 27.000 km² en het totaal aantal inwoners was in 2001 2.413.228. Op de Krim ligt de autonome Krimrepubliek met als hoofdstad Simferopol. De belangrijkste havenplaats is Sebastopol aan de Zwarte Zee, die geen onderdeel is van de Krimrepubliek, maar een aparte status heeft binnen Oekraïne. Bekend is ook de badplaats Jalta. Andere plaatsen van belang zijn Feodosija, Kertsj, Bachtsjysaraj en Hoerzoef.

De Krim staat in het noordwesten door de Landengte van Perekop in verbinding met de rest van Oekraïne. De Straat van Kertsj vormt in het oosten de scheiding met het Russische vasteland.
De Krim bestaat voor het grootste deel uit steppe. In het zuiden bevindt zich het Krimgebergte dat een hoogte van 1545 meter bereikt. Ten zuidoosten hiervan ligt de kuststrook, die een mediterraan klimaat heeft en bekend is om zijn wijn en zijn badplaatsen, waaronder Jalta.
Bij het oostelijke Schiereiland van Kertsj begint de ruim 100 kilometer lange Schoorwal van Arabat, een zandig schiereiland dat de Zee van Azov scheidt van de Syvasj, een brakke en moerassige lagune.

De Krim is door een groot aantal volken bewoond geweest. Van de huidige bewoners zijn de Krim-Tataren er het langst, maar ook zij waren ooit nieuwkomers.
Het is mogelijk dat met het "Colchis" in de mythe van de Argonauten de Krim is bedoeld.
De eerste bij name bekende bewoners van de Krim waren de Skythen. In de 6e eeuw voor Christus vestigden Grieken zich aan de kust. Hun nederzettingen verenigden zich in het koninkrijk van de Cimmerische Bosporus, dat via het Romeinse Rijk Byzantijns werd. In de 3e eeuw na Christus belandden tijdens de grote volksverhuizingen Goten op de Krim, waarvan sporen in taal en cultuur (zie Krim-Goten) tot in de 16e eeuw aantoonbaar zijn.

In de 7e en 8e eeuw bezet door de Chazaren werd het later een onderdeel van het Koemanenrijk. Rond 1402 kwam het in bezit van de Gouden Horde die er het Krimkanaat vestigden. De hoofdstad was toen Bachtsjysaraj, dat later bekend werd door het epische gedicht van Poesjkin De fontein van Bachtsjisaraj. In 1475 werd dit kanaat een vazal van het Ottomaanse Rijk, dat het in 1774 onder Russische druk onafhankelijkheid verleende, waarna het in 1783 Russisch werd. Vervolgens leveren Rusland en Turkije een eeuw lang slag om het schiereiland: het beruchtste conflict was de Krimoorlog (1853 - 1856), waarbij Turkije steun kreeg van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk en later ook Piëmont-Sardinië.

Tussen eind 1917 en januari 1918 bestond er een kortdurende onafhankelijke Volksrepubliek Krim onder leiding van de Krimtataren. De republiek werd in januari ingenomen door de Bolsjewieken. Op 18 oktober 1921, na de Russische Burgeroorlog, werd op de Krim de Krimse Autonome Socialistische Sovjetrepubliek gesticht. Deze viel onder de Russische SFSR.

Aan het begin van de 20e eeuw heeft de Krim ten gevolge van immigratie van vele groepen en emigratie van de Krim-Tataren naar elders (bijvoorbeeld naar de Dobroedzja) een zeer gemengde bevolking. De laatste Krim-Tataren van de Krim werden in mei 1944 op last van Stalin gedeporteerd naar Centraal-Azië, een tragedie die de sürgün wordt genoemd. Sinds 1989 konden zij terugkeren.

De Krimse ASSR werd op 30 juni 1945 omgevormd tot de niet meer autonome Krimse Oblast.

Tijdens het bewind van Stalins opvolger Chroesjtsjov werd de Krim in 1954 aan de Oekraïense SSR overgedragen als het gebaar van de vriendschap tussen Russische en Oekraïense volken.

Bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 bleef de Krim bij Oekraïne. De oblast werd echter omgevormd tot een autonome Krimrepubliek.

Er ontstonden tot 1995 steeds opnieuw weer harde conflicten tussen Oekraïne en Rusland. Behalve de opsplitsing van de Zwarte Zeevloot ging het vooral ook om de nationaliteit van het schiereiland. Dankzij het Russisch-Oekraïense vriendschapsverdrag konden de scherpe kanten in de onderlinge verhouding aanzienlijk verzacht worden. Rusland heeft sindsdien een deel van de militaire haven in Sebastopol ten behoeve van zijn Zwarte Zeevloot gepacht. Gespannen onderlinge verhoudingen komen echter ook anno 2008 nog regelmatig voor en het verloop van de grens door de Straat van Kertsj is ook nog steeds omstreden.

zaterdag 2 april 2011

Religie

Simpele mensen zien het als waar, wijzen als vals en heersers als nuttig.

Topsporters leven korter

Twee factoren bepalen onze levensduur: de stofwisseling van ons lichaam en de grootte van de hersenen. Hoe hoger de stofwisseling van het lichaam (bv. bij fanatiek sporten, bij dikke mensen, bij mensen die heel veel energie verbruiken), hoe korter de levensduur. Dat klopt met de waarneming dat topsporters in Harvard korter leefden. De enorme lichamelijke inspanning bij sporten lijkt dus levensbekortend te zijn. De Amerikaanse onderzoeker Sohal vond dat hoe meer vliegbewegingen een vlieg maakt, hoe eerder hij dood neervalt. Voorkom je het verspillen van energie van vliegen door ze tussen twee plastic platen rond te laten scharrelen en zo het vliegen onmogelijk te maken, dan leven ze driemaal langer. Eén orgaan, de hersenen, beïnvloedt onze levensduur echter in de omgekeerde richting. Hoe groter en actiever de hersenen zijn, hoe langer de levensduur. Stimulatie van de hersenen lijkt ook de ziekte van Alzheimer uit te stellen en als de ziekte eenmaal is opgetreden, de symptomen van deze ziekte te kunnen verminderen. Omgekeerd zie je bij ziekten waarbij de hersenen te klein zijn, zoals microcephalie en downsyndroom, een kortere levensduur. Bovendien zouden eminente wetenschappers grotere hersenen hebben en ook langer leven. Je kunt de hersenen in grootte laten toenemen door ze te stimuleren met steeds weer nieuwe informatie, zoals experimenteel in een verrijkte omgeving. Het lijkt daarom een stuk gezonder, als je het tenminste leuk vindt, om naar topsport te kijken, dan het zelf te beoefenen. En als je toch aboluut aan sport wilt doen, dan kun je wellicht het beste gaan schaken.

Oekraïne in het kort

Oekraïne (officieel: Ukrajina ; letterlijk: Grensland) is een republiek in Oost-Europa. De totale oppervlakte bedraagt 603.700 km2. Van oost naar west strekt het land zich maximaal uit over een afstand van 1316 kilometer; van noord naar zuid meet het land ongeveer 893 kilometer. Oekraïne is ca. 14,5 keer zo groot als Nederland en na Rusland het grootste land van Europa (Frankrijk: 544.000 km2 ; Spanje 505.000 km2 ; Zweden 450.000 km2 ; Duitsland 356.000 km2 ; Polen 312.000 km2).
Het is zelfs het grootste, geheel in het werelddeel Europa liggende land, want Rusland ligt voor een groot deel in Azië. Oekraïne is na Rusland en Kazakstan de grootste republiek uit de voormalige Sovjet-Unie.
Oekraïne grenst in het westen aan Hongarije (103 kilometer), Moldavië (939 km), Polen (526 km), Slowakije (97 km), in het noorden aan Belarus (891 km), in het oosten aan Rusland (1576 km), en in het zuiden en westen aan Roemenië (totaal: 531 km).
Bovendien grenst Oekraïne in het zuiden ook nog aan de Zee van Azov en de Zwarte Zee, in totaal heeft het land 2782 km kustlijn. Deze twee zeeën zorgen bovendien voor de verbinding van Oekraïne met de wereldzeeën.
De Zwarte Zee is in het noorden verbonden door de Straat van Kertsj, in het zuidwesten door de Bosporus, de Zee van Marmara en de Dardanellen met de Middellandse Zee.
Een groot deel van dit gebied wordt ingenomen door de beroemde zwarte tsjernosem-gronden (meer dan 50% van de totale landoppervlakte), een van de meest vruchtbare (löss)grondsoorten ter wereld. In Oekraïne ligt meer dan een kwart van de totale wereldvoorraad aan tsjernosem-grond.
De Karpaten is een boogvormig ketengebergte in Midden-Europa dat door de zuidwesthoek van Oekraïne loopt. De Karpaten vormen de waterscheiding tussen Oostzee en Zwarte Zee en bestaan uit verschillende delen: de west-Karpaten, de Voor-Karpaten, de Transsylvaanse Alpen en de Woudkarpaten of Oost-Beskiden, waar de hoogste berg van Oekraïne ligt, de Goverla. De Karpaten zijn erg bosrijk: aan de voet treft men eiken aan, in het midden een gordel van beuken en wat hoger sparren. De boomgrens ligt op 1500 meter, in het zuiden op 1800-1900 meter.

Reis naar de Krim - deel 1

Op 1 april 2011 werd de eerste stap genomen om een paar weken een avontuurlijke reis te maken naar de Krim. We boekten bij Wizz air een vliegreis naar Katowice en betaalden voor een retourvlucht Eindhoven - Katowice met 1 stuks babage 80 euro voor twee personen. De betaling via de creditkaart, die de laatste tijd overuren maakt, verliep stroef omdat de verbinding wegviel (ook de televisie deed het niet meer, zodat ik begon te vrezen dat de slechte betaling aan KPN van de laatste tijd daar debet aan zou zijn), maar uiteindelijk lukte het ons na invulling van de juiste secure code de betaling te doen. Voor de eerste keer in mijn leven zal ik gebruik maken van een vliegtuig om me te verplaatsen. Rond half drie 's middags zullen we landen in Katowice. Vandaar zullen we op 13 juni 2011 verder trekken per trein en bus naar de Oekraïne. Een verslag van de reis en de belevenissen zal terzijnertijd volgen.
Het zal nog moeten blijken dat dit geen 1-april grap is geweest.