Marilyn Monroe, pseudoniem van Norma Jeane Mortenson; kerkelijke doopnaam: Norma Jeane Baker, (Los Angeles, 1 juni 1926 – aldaar, 5 augustus 1962), was een Amerikaans actrice en zangeres. Zij werd als sekssymbool een icoon in de jaren vijftig en is dat gebleven tot op de dag van vandaag.
Marilyn Monroe had een moeilijke jeugd. Haar moeder was Gladys Pearl Mortenson, geboren Monroe, eerder gehuwd met John Baker. Norma Jeanes moeder liet zich nog naar hem Gladys Baker noemen en liet Norma Jeane ook met deze achternaam dopen. Gladys Baker was weliswaar in 1924 getrouwd met Martin E. Mortensen, maar ze leefden al gescheiden voor Gladys zwanger werd. Vermoedelijk was Norma Jeanes vader Charles Stanley Gifford. Gifford en Gladys Baker werkten beiden in de snijstudio van RKO Pictures, waar Baker Giffords ondergeschikte was. Gladys Baker was drugsverslaafd en liet de opvoeding van Monroe over aan haar vrienden Albert en Ida Bolender. Toen Baker na een lange tijd met haar dochter in een oud krot ging wonen, kreeg ze een zenuwinzinking waardoor ze helemaal op hol sloeg (volgens ooggetuigen zou ze op het dak geklommen zijn en zo de hele buurt bij elkaar geschreeuwd hebben). Monroe wordt daardoor in het gezin van Grace McKee (later Goddard) geplaatst. Monroe zou nooit een goede band met haar moeder opbouwen. In een later interview zei ze over haar moeder: "To me, she was just that red-haired woman."
In 1942 moet McKee's man voor zijn werk naar de oostkust van de Verenigde Staten. Het is voor het stel te duur om de 16-jarige Monroe nog te onderhouden. Het jonge meisje heeft twee keuzes: terug naar het weeshuis of trouwen. Ze koos voor het laatste en trouwde op 19 juni 1942 met haar 21-jarige buurjongen James Dougherty. Terwijl Dougherty in het leger diende, ging Monroe in op het verzoek van een fotograaf om te poseren, onder andere voor naaktfoto's. Toen Dougherty terugkeerde, kon hij haar niet langer thuishouden en op 13 september 1946 scheidde het stel. Dougherty trouwde nog tweemaal. Hij overleed in 2005.
In de jaren daarna probeerde Monroe aan de slag te komen in Hollywood. Ze kreeg onder de naam Marilyn Monroe een contract bij een filmmaatschappij, maar buiten één kleine bijrol, die ook nog eens sneuvelde in de montagekamer, bleef dit zonder succes. Een contract bij een maatschappij was in die tijd vaak een geïnstitutionaliseerde vorm van prostitutie; de 'actrices' mochten met de relaties van de filmbazen uit eten.
Ze werkte ondertussen aan haar houding, nam acteer- en zanglessen, en blondeerde haar haar en reviseerde haar gebit. Ze maakte geleidelijk aan naam als dom blondje, een imago dat ze bewust cultiveerde. Haar eerste grote rol was in "How to Marry a Millionaire". Ze had groot succes in "Gentlemen Prefer Blondes", naast Jane Russell en met "The Seven Year Itch", waarin het befaamde shot zit met de opwaaiende jurk. Haar laatste project was Something's Got To Give, een onvoltooide film samen met Dean Martin. Als de film was afgemaakt, was zij de eerste actrice die een naaktscène deed in een film.
Monroe's huwelijk met de honkballer Joe DiMaggio, met wie ze op 14 januari 1954 trouwde, duurde slechts 7 maanden (tot 27 oktober 1954), ze gingen evenwel als goede vrienden uit elkaar. DiMaggio bracht na Monroe's dood in 1962 gedurende 20 jaar drie maal per week verse rozen naar haar graf.
Aan het einde van de jaren vijftig richtte ze haar eigen productiehuis op, en verhuisde naar New York. Ze nam lessen bij The Actors Studio van Lee Strasberg, en kreeg een relatie met toneelschrijver Arthur Miller met wie ze op 29 juni 1956 trouwde. Ze wilde zich verdiepen en serieuzere rollen spelen. In Engeland maakte ze "The Prince and The Showgirl", met Laurence Olivier. De film was een flop, maar werd achteraf helemaal niet slecht bevonden. Velen vinden dat haar beste film "Some Like it Hot" was, tegenover Jack Lemmon en Tony Curtis, alhoewel ze ook goede- reacties kreeg voor haar optreden in Bus Stop.
Miller schreef voor haar het script van "The Misfits", waarin ze speelde tegenover Clark Gable en Montgomery Clift, twee Hollywoodlegenden. De opnames waren een hel, doordat ze plaats vonden in de woestijn van Nevada, ver van de bewoonde wereld. Monroe repeteerde tot diep in de nacht met haar persoonlijke coach Paula Strasberg de tekst voor de volgende dag. Samen met haar alcohol- en medicijngebruik leidde dat tot veelvuldig laatkomen of eenvoudigweg niet verschijnen. Halverwege de opnamen stuurde de regisseur John Huston, die zelf ook wel een slokje lustte en soms tijdens de opnamen in slaap viel, haar naar een kliniek om van haar verslaving af te komen. De laatste opnamen zijn in softfocus gefilmd om de sporen van de verslaving te maskeren.
Miller ontmoette tijdens de opnamen de fotografe Inge Morath. Dit leidde tot de scheiding van Monroe op 20 januari 1961.
Daarna werkte Monroe nog mee aan opnames voor "Something's Got to Give", een project dat door de studio werd stilgelegd omdat ze bijna nooit op de set kwam. Haar psychische problemen, deels geërfd van haar moeder, verergerden door haar chronische medicijngebruik.
Op 5 augustus 1962 werd ze dood aangetroffen door de huishoudster Eunice Murray in haar huis in Brentwood, Californië. bij de autopsie op het lichaam van Marilyn Monroe werd acht milligram van het middel chloralhydraat en 4,5 milligram van het middel Nembutal in haar lichaam gevonden, en dr. Theodore J. Curphey van The Los Angeles County Coroner's Office zei in een persconferentie dat de doodsoorzaak was door een acute "vergiftiging barbituraat", met als gevolg van een "waarschijnlijke zelfmoord".
Monroe is begraven op het "Westwood Village Memorial Park Cemetery" in Los Angeles.
Er is in de media veel gespeculeerd over een mogelijke relatie tussen Monroe en president Kennedy. Met de Amerikaanse president John F. Kennedy zou ze volgens deze geruchten een affaire hebben gehad, maar nadat hij haar beu was, zou deze haar over hebben gedragen aan zijn broer Bobby Kennedy. Toen deze haar zou hebben laten vallen, zou Monroe door het lint zijn gegaan, en een poging tot chantage hebben gedaan.
Bewijs voor de relatie en een andere doodsoorzaak dan zelfmoord is echter nooit gevonden.
Er is een aantal oorzaken aan te wijzen voor het ontstaan van deze geruchten. Het grote publiek was in de jaren '60 onwetend van het drugsgebruik van Monroe. Voor buitenstaanders kwam haar dood dan ook onverwacht. Dat gaf dan ook voeding aan speculaties over de doodsoorzaak. Ook het optreden van Monroe op een verjaardag van president Kennedy, zij zong in mei 1962 op een opvallend zwoele manier de president "Happy Birthday" toe, gaf achteraf voeding aan de bovengenoemde speculaties.
Tenslotte ging het hier om twee iconen van de vroege jaren '60 die alle twee op een onverwachte en raadselachtige manier aan hun eind kwamen, voor de populaire pers goed voor veel sappige verhalen.
Een beroemde citaat van Marilyn: "I've been on a calendar, but never on time."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten