3 december 1988:
In de bus naar Spijkenisse stapte halverwege de rit een leuk meisje in. Ze had een lange, wollen jas aan en kort, blond springerig haar. Ze kwam naast me zitten. Een paar minuten voordat ik eruit moest pakte ik alvast mijn lullige koffertje. Het meisje stond op en bleef geduldig in het gangpad staan wachten. Het drong laat tot me door dat ze was opgestaan om mij een vrije doorgang te verlenen. Ik verontschuldigde me, keek haar in het gezicht en zag pas hoe aantrekkelijk ze was. Daarbij kwam nog dat ze me allervriendelijkst toelachte. De bus kwam stotend tot stilstand. Het meisje ging op mijn plaats zitten. Zo drong nog wat van mijn warmte in haar door. Dit soort kortstondige ontmoetingen geven me altijd weer een klein beetje hoop, al weet ik niet waarop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten