Vrijdag, 13 september 1991:
In alle vroegte heb ik Emilka naar school gebracht. Nu zit ik op de bank en vraag me af wat ik kan doen. Asia ligt nog in bed. Net als ik heeft ze op dit moment geen dringende reden om er om zeven of acht uur uit te gaan.
Wat een zinloosheid. Het maakt niet uit of ik veel solliciteer of weinig, of ik bel of schrijf, smeek, vraag of eis, als yuppie gekleed ga, ofschoon dat met mijn leeftijd ook al niet meer mogelijk is, of als zwerver, of ik met de fiets kom of in een mercedes. Zoveel mensen met minder verstand als ik verdienen goed, al doen ze soms de meest stompzinnige dingen. Ze hebben het gelijk aan hun kant, ze worden maatschappelijk voor vol aangezien. Ze kunnen een grote mond opzetten. Wat moet je nu met zo'n zachtaardig persoon als ik, die misschien helemaal niet zo zachtaardig is, maar niet weet hoe hij het spel moet spelen.
Ik ben gelukkig met Asia en Emilka, maar ik mis helaas de mogelijkheid om er optimaal van te genieten. Er zijn altijd geldproblemen. Het lijkt wel alsof ik op de reservebank zit en er nooit meer afkom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten