30 JANUARI 2000, ZONDAG
De hond gedroeg zich niet al te hysterisch, maar het trainen met haar verliep niet altijd naar wens (ik had ook niet anders verwacht). Terwijl ik haar beloning, een klein stukje kaas, dat ik de vorige avond consciƫntieus had geprepareerd, uit mijn linker jaszak probeerde op te vissen om haar bij de eerste de beste juiste handeling te kunnen belonen, trok ze alle kanten op, maar zodra ze bemerkte wat ik van plan was volbracht ze alle handelingen die vereist waren om in aanmerking te komen voor de positieve reinforcement. Ze zat al, gaf me geheel overbodig een met modder besmeurde linkervoorpoot, en toen de beloning toch nog op zich liet wachten ook nog eens de andere, eveneens besmeurde rechterpoot, terwijl de stukjes kaas nog in een plastic zakje diep in mijn jaszak zaten verscholen, maar na een tijdje van rukken en balanceren wel in de buurt van mijn graaiende linkerhand. Eindelijk had ik een blokje te pakken en probeerde de hond aan haar verstand te brengen dat het commando 'af' betekende dat ze plat op haar buik moest gaan liggen, met de voorpoten enigszins gestrekt naar voren. Deze handeling had ze nog niet geleerd en terwijl andere honden netjes voorover gestrekt hun beloning in ontvangst namen moest ik Katja een paar keer op haar rug duwen om haar in de vereiste positie te kunnen manoeuvreren. Spastisch en vol energie lag ze dan eindelijk in die voor haar zo vreemde positie te happen naar het stukje kaas in mijn hand, dat al bijna gesmolten was van de emotie die bij deze krachttoer bij mij was vrijgekomen. Aan het eind van de les kwam Asia mij in het park tegemoet. Mijn jas, broek en schoenen zaten van onder tot boven en vice versa onder de modder. Mijn handen vertoonden blaren van het rukgedrag van onze aandoenlijk lieve Siberische trekhond. Uitgeput gaf ik het beest over aan mijn echtgenote om hevig happend naar adem de dikke klodders modder onder mijn schoenen weg te trappen en mijn besmeurde marinierstrui schoon te kloppen. Het had allemaal geen zin. Vuil was ik en bleef ik. Het scheen alsof ik net was teruggekeerd van een driedaagse survivaltocht in de Ardennen. Maar toch mochten wij, arme cursisten, van geluk spreken dat het droog was gebleven, anders was de chaos niet meer te overzien geweest. De volgende keer maar in een dik, onverwoestbaar trainingspak, met aan mijn voeten een paar robuuste, dubbelgevoerde rubberen laarzen, dit alles gecompleteerd met een set speciale, gewatteerde handschoenen en een muts met oorkleppen op mijn hoofd op de cursus verschijnen. Zullen we wel eens zien wie dan de baas is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten