Tumor:
massa nieuw weefsel dan onafhankelijk van de omgevende structuren groeit en geen fysiologisch nut heeft; bestaat vooral uit gliacellen en ondersteunend weefsel
Soorten tumoren:
gliomas à van gliacellen en dringt de hersensubstantie binnen
-astrocytomas = groei van astrocyten (vrij langzaam)
-glioblastoma = kwaadaardig = plotselinge groei van spongioblasten (spongioblasten zijn cellen die gewoonlijk alleen tijdens de ontwikkeling van de hersenen worden gevormd); groeien snel, waardoor levensverwachting kort is (meestal niet langer dan 1 jaar na de operatie)
- medullablastomas à zeer kwaadaardig; alleen in het cerebellum van kinderen (door de groei van kiemcellen die het cerebellum of de onderliggende hersenstam binnengaan)
meningiomas à vast aan hersenvlies en groeien geheel buiten de hersenen; meest goedaardige onder alle tumoren (meestal drukken ze op de hersenen en verstoren aldus hersenfunctioneren
metastatische tumoren à metastase = overgang van een ziekte van een orgaan of deel ervan naar een ander, dat er niet direct mee verbonden is; tumorcellen van een ander gebied van het lichaam (meestal long of borst) naar een ander deel (v/d
hersenen) waar dan een tumor ontstaat; meestal multipele metastatische tumoren (of uitzaaiingen), waardoor de behandeling heel moeilijk en de prognose heel slecht is
Geen opmerkingen:
Een reactie posten