donderdag 17 maart 2011

Geheugen en voeding

In 2050: 30% bevolking geïndustrialiseerde landen boven de 65 (bij 40% van 65+ treedt geheugenverlies op als gevolg van de leeftijd)

Op peil houden van glycemie: belangrijk om mentale en fysische prestaties gaaf te houden (studie)

Frans onderzoek (169 senioren, ouder dan 68 over 5 jaar): risico van verval cognitieve functies het kleinst bij personen met een BMI tussen 23 en 27

Body Mass Index (BMI) = verhouding lichaamslengte en lichaamsgewicht (BMI = kg/m2, dus 70 / (1,75 x 1,75) = 25) à < 18,5 = ondergewicht; 18,5 – 25 = een gezond gewicht, daarna overgewicht (tot 30) en obesitas (30-35). > 40 = morbide obesitas

Epidemiologische studies: bep. voedingsfactoren verband met vermindering cognitief verval als gevolg van ouderdom of met de vertraging van de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer (vooral vitamine C en E; als voedingssupplement minder duidelijk)

Te rijke en vette voeding: verhoogd cerebrovasculair risico à gaat gepaard met geheugenverlies en dementie

Mediterrane voeding, rijk aan enkelvoudig onverzadigde vetzuren (olijfolie) en anti-oxidantia (plantaardige), blijkt ook beschermend te werken voor een verval van ouderdomsgebonden cognitieve functies.

Choline (aanwezig in eidooier) en zijn derivaten: een rol van betekenis bij de communicatie tussen zenuwen en tussen de cellen. Toediening in de eerste levensjaren evt. gevolgen voor het geheugen op latere leeftijd (ratten die choline kregen direct na de geboorte, bleken beter te onthouden ook later, wanneer ze ouder waren)

Vitamine B9 (komt voor in groene groenten als bonen, broccoli, citrusfruit en eieren): belangrijk bij het voorkomen van geboorteafwijkingen, hart en vaatziektes en mogelijk verschillende soorten kanker. Gaat dementie en geestelijke achteruitgang tegen. Houdt het brein scherper (recentelijke studie).
Studie in Italië: mensen met een laag B9 gehalte of hogere gehaltes homocysteine animo acid in hun bloed een twee maal hoger risico liepen om dementie te ontwikkelen in de daarop volgende vier jaar (B9 helpt bij de bloedcirculatie en verlaagt te hoge homocysteine; men denkt dat homocysteine de bloedvaatwand verzwakt, waardoor grotere kans op herseninfarcten)

B12: een kwart v/d ouderen in ons land: tekort aan vitamine B12 (veel ouderen ondervinden hierdoor problemen met het geheugen, waarnemen en opslaan van informatie). Belangrijkste oorzaak: verminderde opname ervan in de darm. Behalve het eten van produkten rijk aan vitamine B12 zoals vis zouden ouderen ook vitaminesupplementen moeten gaan nemen. Ook zou er een verband bestaan tussen vitamine B12 tekort en het ontstaan van dementie


Vitamine C: vele studies vonden geen bewijs voor veiligheidsrisico’s anders dan een sporadische milde diaree (maximaal zou men zelfs 2000 mg vit.c kunnen innemen).
Vitamine E en C verlagen het risico op bepaalde chronische ziekten zoals Alzheimer, verschillende soorten kanker, hart en vaatziekten etc.

Waarom werkt vitamine C tegen infecties: mensen elimineren de megadossissen vitamine C via de darmen en de urinewegen. We behouden echter in ons lichaam de extra elektronen die vitamine C levert. Deze extra elektronen neutraliseren de vrije radicalen (de ziekmakende stoffen). Vrije radicalen missen immers een elektron en proberen die te vinden bij gezonde lichaamscellen. Indien er voldoende vitamine C in het lichaam aanwezig is, verkiezen de vrije radicalen de gemakkelijkste weg en nemen ze een elektron af van de aanwezige vitamine C

Geen opmerkingen:

Een reactie posten