vrijdag 18 februari 2011

Vrijdag, de dertiende

Vrijdag, 13 september 1991:
In alle vroegte heb ik Emilka naar school gebracht. Nu zit ik op de bank en vraag me af wat ik kan doen. Asia ligt nog in bed. Net als ik heeft ze op dit moment geen dringende reden om er om zeven of acht uur uit te gaan.
Wat een zinloosheid. Het maakt niet uit of ik veel solliciteer of weinig, of ik bel of schrijf, smeek, vraag of eis, als yuppie ge­kleed ga, ofschoon dat met mijn leeftijd ook al niet meer mogelijk is, of als zwer­ver, of ik met de fiets kom of in een merce­des. Zo­veel mensen met minder verstand als ik ver­dienen goed, al doen ze soms de meest stomp­zinnige dingen. Ze hebben het gelijk aan hun kant, ze worden maatschappelijk voor vol aan­gezien. Ze kunnen een grote mond opzetten. Wat moet je nu met zo'n zachtaardig persoon als ik, die misschien helemaal niet zo zacht­aardig is, maar niet weet hoe hij het spel moet spelen.
Ik ben gelukkig met Asia en Emilka, maar ik mis helaas de mogelijkheid om er optimaal van te genieten. Er zijn altijd geldproblemen. Het lijkt wel alsof ik op de reservebank zit en er nooit meer afkom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten